terloops
terloops - Bijvoeglijk naamwoord 1. zijdelings, een bijzaak zijnde: Die terloopse opmerking was toch best belangrijk. terloops - Bijwoord 1. onopvallend tussen andere dingen, alsof het er niet toe doet: dit feit wordt terloops vermeld Woordherkomst samenstelling van ter en loop(werkwoord) met het...