temeie, temeier
(1899) (Barg.) prostituee. Via Jiddisch terug te voeren op Hebreeuws 'temea' (onrein). Een 'temeierspiese' is een bordeel. Een 'temeieschlepper' is Jiddisch voor hoerenloper, terwijl 'temeierknijzer' Bargoens is voor vrouwenbeloerder. Temeie(r) is mogelijk van oorsprong Amsterdams (zie hiervoor Jan Berns & Jolanda van den Braak : Amsterdams. Ta...