Wat is de betekenis van temeie, temeier?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

temeie, temeier

(1899) (Barg.) prostituee. Via Jiddisch terug te voeren op Hebreeuws 'temea' (onrein). Een 'temeierspiese' is een bordeel. Een 'temeieschlepper' is Jiddisch voor hoerenloper, terwijl 'temeierknijzer' Bargoens is voor vrouwenbeloerder. Temeie(r) is mogelijk van oorsprong Amsterdams (zie hiervoor Jan Berns & Jolanda van den Braak : Amsterdams. Ta...

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

temeie, temeier

(< Jidd. temeie < Hebr. temeio, onrein), hoer: Dat wijf was zo superstom, dat ze op de Amsterdamse wallen niet eens als doodgewone temeie aan de kost had kunnen komen, P. Paul 44. Een temeie die kon blozen, nog nooit vertoond, ROLLMAN2 57.

2024-04-26
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

temeie, temeier

(Bargoens) publieke vrouw, hoer. Via het Jiddisch terug te voeren op het Hebreeuwse temea (onrein). Een temeierspiese is ‘een bordeel’. Een temeieschlepper is Jiddisch voor ‘hoerenloper’, terwijl temeierknijzer Bargoens is voor ‘vrouwenbeloerder’. Temeie(r) is mogelijk van oorsprong Amsterdams (zie hiervoor Bern...

Gerelateerde zoekopdrachten