Wat is de betekenis van tegengaan?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tegengaan

tegengaan - Werkwoord 1. (ov) proberen iets te stoppen of te verhinderen Ze probeerden het wegstromen van het water tegen te gaan met zakken zand. Woordherkomst samenstelling van tegen(bijwoord) en gaan(werkwoord) Synoniemen bestrijden

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

tegengaan

tegengaan - onregelmatig werkwoord uitspraak: te-gen-gaan 1. tegen iets of iemand vechten of je verzetten ♢ ik probeer het onkruid op mijn terras tegen te gaan Onregelmatig werkwoord: te-gen-gaan het gaat tegen (....

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

tegengaan

(ging tegen, tegengegaan) - iemand (een eindje) tegengaan, iemand tegemoet gaan. - alles gaat tegen, alles loopt verkeerd. Alles gaat momenteel tegen voor de ‘ratjes’. Christophe Taerwe liep op het einde van de laatste training zonder enige vorm van contact een meniscusblessure op. - HN, 25-01-2000.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

tegengaan

1. (Iem.) tegemoet gaan: iem. een eindje tegengaan. 2. Van omstandigheden: verkeerd lopen, verkeerd gaan, ongunstig lopen, tegenlopen. Wij zijn zo gauw geneigd te denken dat wij al het leed van heel de wereld op onze schouders torsen... als het ons even tegengaat, Vrouw en Wereld febr. 1976, p. 45. Het was een rauwe, mistige...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tegengaan

v., tsjingean, -keare, ta-, opkeare, keare.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tegengaan

(ging tegen, is en heeft tegengegaan), 1. (thans alleen Zuidn.) tegemoet gaan: ik zal hem een eindje tegengaan. 2. (Zuidn.) ongunstig lopen, verkeerd gaan, tegenlopen: de zaak gaat tegen. 3. trachten te verhinderen, zich verzetten tegen: ondeugden, verkeerde neigingen, gewoonten tegengaan. 4. (Zuidn.) walgen, tegenstaan: dat...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tegengaan

ging tegen, i., h. tegengegaan(1 tegemoet gaan; 2 verhinderen, beletten; 3 niet meevallen, gelukken): 1. iemand tegengaan; 2. allerlei verkeerdheden tegengaan; 3. dat gaat mij tegen.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tegengaan

('te:gən) (ging tegen, heeft en is tegengegaan) 1. tegemoet gaan : iemand een eindje –. 2. tegenwerken, verhinderen : ondeugden –.