Wat is de betekenis van Tampen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tampen

tampen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tamp

2024-04-28
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

tampen

Uiteinde van een touw.

2024-04-28
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

tampen

geslachtsgemeenschap hebben met: Ze (ontmoet) ... een gozer, die haar mee naar z’n flat neemt. Dan probeert hij haar te tampen, P. Paul 43.

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

tampen

Van een klok: kleppen. Het torenklokske tampte over de daken de bosschen en de vogels wakker, CLAES 1933, 165. Haar stem is klaar als edel kristal, als ze ... boven het geheimzinnig tampen van de stormklok uitroept: «Ik ben gereed. Helpt me, moeder, vader zaliger...», BLOMMAERT 1945, 147. Het tampen van de middagklok heeft pas opgehou...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tampen

(tampte, heeft getampt), (Zuidn.) kleppen, zo luiden, dat de klepel maar aan één kant op de klok slaat: spoed u, de mis is (heeft) al getampt.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tampen

tampte, h. getampt (klankn. de klok maar aan één zijde met de klepel raken, kleppen inz. Z.-N.): Z.-N. het tampen der beeklok.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tampen

('tampən) (tampte, heeft getampt) [< tamtam] kleppen : het van de klok voor de mis.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tampen

(tampte, heeft getampt), (gew.) kleppen, zo luiden dat de klepel maar aan één kant op de klok slaat.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tampen

Tampen - (tampte, heeft getampt), (Zuidn.) zoo luiden, dat de klepel maar langs een kant op de klok slaat: spoed u, de mis is al getampt.