Wat is de betekenis van Tăbŭlātum?

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Tăbŭlātum

i, n., gewl. plur. tăbŭlāta, ōrum, n. 1. planken vloer, bintwerk, balken, summa, bovenbouw, Curt. 2. in ’t bijz., verdieping, turris quattuor tabulatorum, Caes. ; overdr., van bomen (olmen enz.), die zo gekweekt werden, dat de wijnstok als ’t ware van etage tot etage kon opklimmen, Verg.

Gerelateerde zoekopdrachten