Wat is de betekenis van Tabouret?

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Tabouret

stoeltje zonder leuning; zitbankje.

2024-04-29
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Tabouret

zitbankje, krukje, tabouret; voetenbankje.

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tabouret

1. krukje, stoeltje, taboeret; 2. borduurraam.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tabouret

(Fr.), v. (-ten), stoeltje zonder leuning, inz. een vouwstoeltje, ook een pianokrukje e.d.

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

tabouret

v. stoeltje zonder leuning; voetbankje.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tabouret

v. tabouretten (Fr. oorspr. = trommelvormige stoel [tabour = tambour]: stoeltje zonder leuning; voetbankje).

2024-04-29
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

tabouret

v. stoeltje zonder leuning.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tabouret

of krukstoeltje, laag zitmeubel zonder rug- en armleuning. De t. komt in vrijwel alle kunststijlen voor.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

tabouret

tabouret - v., stoeltje zonder leuning; zitbankje.