Wat is de betekenis van Taan?

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

taan

bruingeel verfstof; getaan, met taan kleur; verkleur, verflou; dof word; afneem.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Taan

s., taen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taan

(<Fr.), v., ontsmettende, bederfwerende bruingele verfstof, een aftreksel van eikenschors, waarmee visnetten en zeilen worden behandeld: zij ziet zo geel als taan, heeft een lelijke gele kleur, ziet er niet fris uit.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taan

v. (bruinachtige verfstof uit run): geel als taan.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

taan

(ta:n) v. [~ Dui. Tanne, den] roodgele verfstof van run of eikeschors gekookt.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Taan

[Fr.], v./m., bederfwerende bruingele verfstof, run: geel als taan.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-26
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Taan

roodachtige verfstof, uit eikenschors bereid.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)