Wat is de betekenis van Taankleurig?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Taankleurig

adj., taengiel, tanich.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taankleurig

bn. (-er, -st), een taankleur hebbende: taankleurige wangen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taankleurig

bn. (met een taankleur): een oude taankleurige Italiaanse vrouw.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Taankleurig

Taankleurig - bn. (-er, -st), eene taankleur hebbende.

Gerelateerde zoekopdrachten