taaltuinier
(1938) iemand die een taalrubriek schrijft (in krant of tijdschrift), zoals destijds Maarten van Nierop. Soms ook pejoratief voor een muggenzifter of purist op taalgebied. • Wanneer tante Johanna boven-gememoreerd mij heur tuitmondje toesteekt om mij ter gelegenheid van mijn verjaardag bilabiaal te beclicken, deins ik onwillekeurig achteruit o...