Wat is de betekenis van taalgroep?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taalgroep

v. (-en), groep van mensen die een zelfde taal spreken of tot dezelfde taalkring behoren.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

taalgroep

taalgroep - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) een groep aan elkaar verwante talen of taalvariëteiten Karakteristiek voor deze taalgroep zijn de voor de meeste mensen onuitspreekbare medeklinkerclusters die toegestaan zijn. 2. een groep mensen die dezelfde taal spreken Woordherkomst...

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

taalgroep

taalgroep - zelfstandig naamwoord uitspraak: taal-groep 1. groep van mensen die dezelfde taal spreken ♢ op Terschelling kun je van oudsher drie taalgroepen onderscheiden 2. groep van verwante talen die bij elkar horen...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taalgroep

v. taalgroepen (groep van mensen, die eenzelfde taal spreken): familiale, sociale taalgroepen.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Taalgroep

v./m. (-en), 1. groep van mensen die een zelfde taal spreken; 2. taalfamilie.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)