Wat is de betekenis van taaleigen?

2024-03-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

taaleigen

taaleigen - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) uitdrukkingen en zegswijzen uit een bepaalde taal Woordherkomst samenstelling van taal(zelfstandig naamwoord) en eigen Synoniemen idioom

2024-03-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taaleigen

o., datgene wat aan een spreker, vooral een groep sprekers van een zeker land, een zekere streek, op het gebied van taal eigen is; idioom: het Nederlandse taaleigen; dat is met ons taaleigen in strijd.

2024-03-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taaleigen

o. (de eigenaardigheid, waardoor een taal zich van andere onderscheidt): het vormen van stoffelijke bijvoeglijke nw. is in strijd met het Franse taaleigen; ook, idioma, idioom.

2024-03-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

taaleigen

o. geheel van eigenaardigheden van een taal, waardoor zij zich van andere talen onderscheidt: het Nederlandse -.

2024-03-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Taaleigen

o., datgene waardoor een taal zich onderscheidt van andere; zie idioom.

2024-03-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Taaleigen

Taaleigen - o. bijzondere eigenaardigheden eener taal, waardoor zij zich van andere talen onderscheidt; het Nederlandsche taaleigen; dat is met ons taaleigen in strijd; ...EIGENAARDIGHEID, v. (...heden), wat in den eigen aard eener taal ligt en niet in andere talen; ...FAMILIE, v. (-s), eene groep verwante talen die kennelijk van één...