Wat is de betekenis van Taaie?

2024-10-06
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

taaie

(1839) (oorspr. Schiedam) dubbele borrel. Eigenlijk: een sterke kerel, iemand die het lang uithoudt. • Genavond, Scheele! geef me rijs een taaie van je, assieblief… (Jacob van Lennep: Plat Amsterdamsch: Zamenspraak. 1844) • Hij heeft een taaie gepakt. Eene taaie stof bezwijkt niet licht; zdb ook bezwijkt nathals niet voor al de bo...

2024-10-06
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

taaie

taaie - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van taai

2024-10-06
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Taaie

Een taaie is een stevige borrel, eentje waar je je tanden op stuk kunt bijten. De borrel naam is in 1839 voor het eerst aan getrof- fen, in Schiedam. Van Lennep beschouwde het woord in 1845 als plat-Amsterdams. Maar echt heel erg plat kan het niet zijn geweest, want W.J. van Zeggelen gebruikte het in 1846 in een gedicht: Zoo ras de ouwe gedaan heef...

2024-10-06
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Taaie

Taaie - spotnaam voor een lange, magere soldaat. Ontleend aan een populaire stripserie Taaie en Neut.

2024-10-06
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

taaie

(< taai, stevig?), borreltje: De voerman die even op den hoek ‘’n taaie’ gepakt had, kwam met dreigend gevloek aanloopen, HERMUS 62.

2024-10-06
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Taaie

m. (-n), (volkst.) borrel: een taaie pakken; een taaie op hebben, aangeschoten zijn.

2024-10-06
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

taaie

m. taaien (misschien afkorting van taaie [= stevige] borrel: borrel): een taaie pakken; een taaie ophebben, aangeschoten zijn.

2024-10-06
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

taaie

('ta:iә) m. (-n) [een flinke] Volkst. borrel: een pakken; een ophebben, enigszins dronken zijn.