Syncope
(<Gr.-Lat.), v. (-n), 1. (taalk.) uitstoting van een klinker of medeklinker midden in een woord, b.v. macht’ge voor machtige, broer voor broeder; 2. (muz.) verschuiving van het accent door verbinding van het volgende zware aan het voorafgaande zwakke of lichte maatdeel, hetzij in dezelfde of in de volgende maat: do...