sul
sul - Zelfstandignaamwoord 1. een wat dommig, traag persoon ♢ Wat een sul is dat toch. sul - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sullen ♢ Ik sul 2. gebiedende wijs van sullen ♢ sul!...
Wiktionary (2019)
sul - Zelfstandignaamwoord 1. een wat dommig, traag persoon ♢ Wat een sul is dat toch. sul - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sullen ♢ Ik sul 2. gebiedende wijs van sullen ♢ sul!...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. SUL m. (-len), doodgoed of al te goed mens, iem. die alles goedvindt, die alles verdraagt; hals, stumper: ’t is zo een goeie sul. II. SUL v. (-len), 1. (Zuidn.) zeker werktuig, baars, dissel: kloet; 2. glijgoot in pakhuizen en op schepen, om colli naar beneden te laten glijden.
Dr. L.M. Metz (1937)
Glijbaan. Sullebaan. Glijgoot in pakhuizen en op schepen, om balen naar beneden te laten glijden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: