Wat is de betekenis van Sua?

2024-04-29
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)

2024-04-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Sua

1) schoonvader van Juda; Gen. 38: 2, 12; IChron.2:3. 2) dochter van Heber; IChron. 7 :32.