Wat is de betekenis van stylist?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

stylist

(zelfstandig naamwoord) [alg.] vormgever, opmaker, ontwerper [alg.] modeontwerper - Vorig jaar viel de modeontwerper op met zijn lange zwarte jurken, dit jaar met zijn korte witte. [alg.] modekapper, kapspecialist, haarkunstenaar - Supermodellen worden enkel door modekappers gekapt.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stylist

stylist - zelfstandig naamwoord uitspraak: stie-list 1. iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met vormgeving ♢ deze stylist heeft zich gespecialiseerd in interieurs Zelfstandig naamwoord: stie-list de stylist...

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Stylist

vormgever; modeontwerper

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

stylist

stilist.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Stylist

zie STILIST'.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Stylist

Stylist - STILIST, m. (-en), iem. die een goeden stijl heeft, die met de regels er van bekend is.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

stylist

stylist - m. (stylisten), iem. die een goeden stijl heeft, die met de regels er van bekend is, die een eigenaardigen schrijftrant bezit