Wat is de betekenis van Stuff?

2024-04-27
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

stuff

(zelfstandig naamwoord) [positief] spul, dingetjes, kost; [negatief] zooi, rommel, gedoe [drugs] spul; hasj

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

stuff

1) (1967) (< Eng.) (drugs) algemene benaming voor drugs. Zie ook spul*. “Brigadier Snuf rookt stuff” is de titel van een boek van Hans Plomp. In het Engelse slang (sedert ca. 1705) ook in de betekenis van alcohol, in het bijzonder illegale drank. • Bij de groepen die zich distantiëren van de hierboven genoemde tienertalen i...

2024-04-27
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Stuff

Stuff - (Eng.) algemene benaming voor drugs, zie ook spul. Brigadier Snuf rookt stuff is de titel van een boek van Hans Plomp. ​

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Stuff

[Eng. = lett.: materiaal, spul] (slang) verdovende middelen, drugs, spec. hasjiesj of marihuana.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Stuff

hasj; verdovende middelen

2024-04-27
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Stuff

verzamelnaam voor drugs (hip, underground).

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

stuff

I. 1. stof; 2. materiaal, goed, goedje [ook = medicijn]; rommel; goederen; 3. spul; 4. klets (ook: stuff and nonsense); the stuff, de „duiten"; he is hot stuff, hij is een kraan, niet mis, niet makkelijk; it is poor (sorry) stuff, het is dun, bocht; the (right) stuff, goed spul [v. drank]; je ware; he has the stuff in him of a capable so...

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

stuff

[Eng.], m., verzamelnaam voor verdovende middelen, drugs.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)