stud
(zelfstandig naamwoord) [alg.] dekhengst - Zwart leren jasje, vetkuif en su?de schoenen. De dekhengst van de jaren '50.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] dekhengst - Zwart leren jasje, vetkuif en su?de schoenen. De dekhengst van de jaren '50.
Marc De Coster (2020-2024)
1) (1995) (< Eng.) erg viriele man; dekhengst*. • Hij schijnt ook nog waanzinnig mooi te zijn, maar ze heeft hem nog niet geshowd, deze ‘stud’ uit duizenden. (Lydia Rood: Zij haar zin. 1996) • Vlak naast haar staat een stud met zijn broek uit die gepijpt wordt door een meisje. (Charlie Hédo: Swingen is geen partnerr...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. tapeinde, nok; knop(je); overhemdsknoopje; beslagnagel; 2. het knoopje steken in (door); (met knopjes) beslaan, bezetten of versieren; studded with, dicht bezet met; bezaaid met; II. stoeterij; (ren)stal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: