Wat is de betekenis van strompelen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

strompelen

strompelen - Werkwoord Verwante begrippen hompelen, schuifelen, sobbelen, stronkelen, subbelen, kruipen, schuiven, sloffen, sluipen, waggelen

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

strompelen

strompelen - regelmatig werkwoord uitspraak: strom-pe-len 1. moeilijk en struikelend lopen ♢ ze strompelde met haar gipsbeen naar binnen Regelmatig werkwoord: strom-pe-len ik strompel ji...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Strompelen

v., strompelje, strampelje, knekkelje, knoffelje, stoatskave, stoarrelje, kreupelskonkje, stompelje, bokselje, stroffelje, hompelje.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Strompelen

(strompelde, heeft en is gestrompeld), met moeite, gebrekkig lopen, telkens struikelend voortgaan ; zich aldus begeven: de oude vrouw strompelde naar buiten.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

strompelen

strompelde, i. gestrompeld (struikelend gaan; met moeite, hortend en stotend zich bewegen): over een stoppelveld heen strompelen; strompelend lopen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

strompelen

(‘strompələn) (strompelde, is gestrompeld) hortend en stotend telkens struikelend voortgaan : voorzichtig op zijn krukken -.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

strompelen

(strompelde, heeft en is gestrompeld), met moeite, gebrekkig lopen, telkens struikelend voortgaan.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)