STOUTERIK
m. (-en), 1. (Zuidn.) kloekmoedig of ondernemend persoon; 2. ondeugend kind: kleine, kleine stouterik, zoudt gij moeder tergen? (uit een liedje).
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. (Zuidn.) kloekmoedig of ondernemend persoon; 2. ondeugend kind: kleine, kleine stouterik, zoudt gij moeder tergen? (uit een liedje).
Wiktionary (2019)
stouterik - Zelfstandignaamwoord 1. kind dat ondeugend is (kan zowel ernstig als vertederend worden gebruikt) 2. (verouderd) iemand die gevaar niet uit de weg gaat Woordherkomst afgeleid van stout met het achtervoegsel -erik Synoniemen [1] deugniet [2] durfal
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: