stommerd
stom persoon. iemand die stom is; stom persoon; stommeling. Ook gebruikt als scheldwoord. Voorbeelden: Casper zette het glas naast hem in het gras. Hij had het nog niet neergezet of Lucas stootte het om. 'Stommerd,' zei Ymke. Jan Siebelink, Engelen van het duister, 2001 Ik had bedacht dat ik een sjieke dame w...