stipt
stipt - Bijvoeglijk naamwoord 1. precies op tijd komend ♢ Het is vreemd dat hij er niet is, want hij is altijd zo stipt. 2. nauwgezet. ♢ Stipte naleving hiervan is vereist. stipt - Bijwoord 1. met grote precisie ...
Wiktionary (2019)
stipt - Bijvoeglijk naamwoord 1. precies op tijd komend ♢ Het is vreemd dat hij er niet is, want hij is altijd zo stipt. 2. nauwgezet. ♢ Stipte naleving hiervan is vereist. stipt - Bijwoord 1. met grote precisie ...
Muiswerk Educatief (2017)
stipt - bijvoeglijk naamwoord 1. zonder afwijkingen naar boven of beneden ♢ zij is altijd stipt op tijd Bijvoeglijk naamwoord: stipt ... is stipter dan ... de/het stipte ... Synoniemen exact,...
Walter De Clerck (1981)
In tijdsbep.: om 15 uur stipt, precies om 15 uur; stipt op uur, stipt op tijd Een man, niet van de jongste meer, verliet zijn flatje elke middag stipt drie uur, Bond 27/8/1976, p. 3. Hij moet dus zeer stipt op uur uit Jette vertrekken, Gentenaar 19/4/1977. Vandaag trekt de gidsenbond langs de Keizer- en St.-Lievenspoor...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. nauwgezet, precies: hij is stipt in alles; het is een stipt mens; — bw.: iets stipt uitvoeren; een bevel stipt nakomen; — zonder enige afwijking: stipt op tijd; 2. nadrukkelijk, uitdrukkelijk: een stipt bevel; hij stond er stipt op dat het vonnis zou worden uitg...
Jozef Verschueren (1930)
bn. en bw. (-er, -st) [stip] in geen enkel punt afwijkend: -e plichtsbetrachting; het reglement onderhouden; op tijd. Syn. ➝ juist.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: