Wat is de betekenis van stieren?

I. (stierde, heeft gestierd), 1. (onoverg.) (van koeien) gedekt worden: de koe wil stieren: 2. (overg.) onder de stier brengen: de vaars werd gestierd. II. (litt. t.) sturen.

"Dumfries stierde langs de zijlijn" uitspraak van Rafael van der Vaart bij de wedstrijd Nederland-Oekraine. Denzel stevent op, hij stormt naar voren, hij stiert erop los. [met dank aan Dicky Gilbers]

(1983) (inf.) snel lopen of fietsen zonder op- of om te kijken. • Steven Rooks reed professioneel, keek niet op of om maar stierde door naar een triomfantelijke solo-zege in Luik. (Wim van Eyle: De klassiekers. 1983) • Maar Oom Cor was allang met z'n kwaaie kop naar huis gestierd. (Chris Bos: De woede van de bassist. 1992) • Maar h...

stieren - Werkwoord 1. (intr) stevig doorlopen stieren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stier

Stieren - met een stevige vaart rijden, zonder zich door iets of iemand te laten stoppen.

stieren: hard op kop van het peloton rijden.

Met een stevige vaart rijden, zonder zich door iets of iemand te laten stoppen. Steven Rooks reed professioneel, keek niet op of om maar stierde door naar een triomfantelijke solo-zege in Luik. (Wim van Eyle: De klassiekers. 1983)

strak, wezenloos staren.

('sti:rən) (stierde, heeft gestierd) gedekt worden: de koe wil -.