STEUNBEER
m. (...beren), uitspringende schraagpijler bij muurwerk, om dit te verstevigen en de eventuele druk veroorzaakt door de gewelven weerstand te bieden.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (...beren), uitspringende schraagpijler bij muurwerk, om dit te verstevigen en de eventuele druk veroorzaakt door de gewelven weerstand te bieden.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip steunbeer heeft 2 verschillende betekenissen: 1) stut voor een muur. bouwonderdeel bestaande uit een uitstekende verzwaring aan de buitenkant van een muur, die dient, om die muur te versterken tegen de druk van de daarop rustende gewelven; beer; contrefort. 2) pijler. pijler waarop een bouwconstructie rust.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
steunbeer - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een massieve plaatselijke verzwaring van het muurwerk om dit te versterken en de zijdelingse druk of spatkrachten van de op de muur rustende gewelven, luchtbogen of kappen op te vangen en naar de fundering af te voeren Woordherkomst samenstelling van steun(werkwoord) en beer
Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)
Ook: contrefort. Steun in de vorm van een pijler die tegen een muur gebouwd is om de druk van de bouwmassa op te vangen.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Een steunbeer (ook schoorpijler of schraagpijler) is een onderdeel van een (meestal gotisch (zie gotiek)) bouwwerk; uitspringende verzwaring van een muur ter versterking van die muur en om de zijdelingse druk van een gewelf op te vangen.
Getty Research Institute (1990)
steunbeer - Pijlerachtige metselwerkonderdelen die worden gebouwd om muren te verstevigen of te dragen, of om weerstand te bieden aan de spankracht van gewelven.
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
Bij kerken worden de buitenmuren meestal onderbroken en ondersteund door plaatselijke verzwaringen, die de zijdelingse druk van → kapconstructie en → gewelven moet opvangen. Deze steunberen worden in Zeeland ook drommers genoemd. Zij zijn meestal in baksteen uitgevoerd, soms met natuurstenen hoekblokken en lijsten of geheel met natuurstee...
Amsterdam Boek (1959)
Conterfort, schoorpijler, schraagpijler. Plaatselijke verzwaring ter versterking van muurwerk en voor het opvangen van zijdelingse druk van gewelven enz.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: