Wat is de betekenis van Steeg?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STEEG

I. v. (stegen), 1. smalle weg, voetpad; langs wegen en stegen, overal; 2. nauw straatje in een stad : een smalle, nauwe steeg; — (spr.) men moet straten voor stegen kennen, men moet weten onderscheid te maken tussen rang en stand; 3. achterboog van een zadel. II. bn. (steger, -st), 1. halsstarrig, koppig, stug : een stege aard hebben; da...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

steeg

smalle weg. smalle weg in een dorp of stad. Vaak in de verkleinvorm steegje. Voorbeelden: De straten werden stegen en de stegen werden steeds smaller, donkerder en gevaarlijker. Ilja Leonard Pfeijffer, Rupert: een bekentenis, 2002 Op de drempel van de nacht maken we een ommetje. Eerst een lange laan met platanen, dan d...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

steeg

steeg - Zelfstandignaamwoord 1. zeer smal straatje steeg - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van stijgen ♢Ik steeg ♢Jij steeg ♢Hij, zij, het steeg Het vliegtuig steeg op va...

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

steeg

steeg - zelfstandig naamwoord 1. heel smal straatje tussen de huizen ♢ als je deze steeg doorloopt kom je in de Stationsstraat Zelfstandig naamwoord: steeg de steeg de stegen he...

2025-07-17
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

steeg

(bn) koppig BM, TM, WB.

2025-07-17
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

steeg

zie heen en weer.

2025-07-17
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

steeg

steeg - Te gebruiken voor smalle straten, meestal slechts breed genoeg voor één voertuig of voor voetgangers, die tussen gebouwen lopen of vanuit de hoofdwegen toegang bieden aan achteringangen of garages.

2025-07-17
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

steeg

(de, stegen), steek (de, steken), smalle en/of ongeplaveide zijstraat of -weg, ook op het platteland; landweg. Waarop het gejoel zich verplaatste naar de drassige gronden aan het met onkruid overwoekerde einde van de steeg (Cairo 1976: 112). Chauffeur, stoppen! Ai, bij die tweede steek (Doelwijt 19691:12). - Etym.: AN steeg = 1. (veroud.) landweg...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Steeg

s., steech, stege, steich, steige; blinde —, gloppe; — tussen twee gebouwen, wân(ne), wan(ne).