Wat is de betekenis van standvogel?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

standvogel

vogel die in zijn broedgebied blijft. vogel die het hele jaar blijft in het gebied waar hij is uitgebroed of heeft gebroed, in tegenstelling tot trekvogels die in de winter wegtrekken; vogel die in zijn broedgebied blijft. Voorbeelden: Anders dan veel andere vogels trekken ijsvogels 's winters niet naar warmere streken. Het zijn...

2024-04-28
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

standvogel

vogel die het hele jaar blijft in het gebied waar hij ook broedt. Standvogels trekken dus niet weg in het najaar om elders te overwinteren. Bekende standvogels zijn de mus, turkse tortel en ekster. Standvogels stellen weinig eisen aan hun woongebied en passen zich makkelijk aan veranderingen aan.

2024-04-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

standvogel

vogel die ook na het opkweken van de jongen in het broedgebied blijft. De wintervoederhuisjes zijn voor vele vogels die eigenlijk trekvogels zijn een reden om standvogels te worden (roodborstje). Een typische standvogei is de huismus.

2024-04-28
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

standvogel

vogel die het gehele leven in het gebied blijft waar hij is uitgebroed.

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Standvogel

Hieronder verstaat men vogels, die het gehele jaar in de directe omgeving van hun broedplaatsen blijven. Schade door s. aangebracht kan men door bestrijding i.h.a. met succes verminderen. Typische s. die schadelijk kunnen zijn: zwarte kraai, ekster, huismus en fazant.

2024-04-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Standvogel

Standvogel.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

STANDVOGEL

m. (-s), vogel die, in tegenst. met zwerf- of trekvogels, het gehele jaar doorbrengt in die streken waar hij uitgebroed is.

2024-04-28
Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Standvogel

regelmatige broedvogel, die ook gedurende de winter in zijn broedgebied blijft.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

standvogel

m. -s; vogel, die winter en zomer dezelfde streek bewoont: mussen zijn bij ons standvogels; verg. trek- en zwerfvogel.