Wat is de betekenis van sprokkelmaand?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sprokkelmaand

sprokkelmaand - Zelfstandignaamwoord 1. tweede maand van het kalenderjaar Woordherkomst uit Middelnederlands sporkelmaent, dat verwijst naar Latijns spurcalia, winterfeesten die door de kerk als smerig en zedeloos (Latijns: spurcus) werden beschouwd; metathesis wellicht onder invloed van sprokkelen (volksetymologie) Synoni...

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Sprokkelmaand

Andere naam voor Februari.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPROKKELMAAND

v. (-en), Februari.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sprokkelmaand

zie Februari.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Sprokkelmaand

v. -en; Februari.

2024-04-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Sprokkelmaand

Ned. benaming v/d maand Februari.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Sprokkelmaand

Ouderwetsche naam voor Februari. Het woord sprokkel is afgeleid van het Lat. Spurealia, de naam van bepaalde, laat-Romeinsche feesten, die in Febr. gevierd werden.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sprokkelmaand

(’sprokkəl) m. (-en) februari.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

sprokkelmaand

v./m. (-en), februari.