sprokkelmaand - Zelfstandignaamwoord
1. tweede maand van het kalenderjaar
Woordherkomst
uit Middelnederlands sporkelmaent, dat verwijst naar Latijns spurcalia, winterfeesten die door de kerk als smerig en zedeloos (Latijns: spurcus) werden beschouwd; metathesis wellicht onder invloed van sprokkelen (volksetymologie)
Synoniemen
februari
Gepubliceerd op 02-11-2017
sprokkelmaand
betekenis & definitie