Wat is de betekenis van springplank?

...

v. (-en), 1.veerkrachtige plank waarop men zich bij het springen afzet. 2. (fig.) uitgangspunt, middel om een bepaald doel te bereiken.

(1998) (wielr.) zie citaat. • Springplank: een ontsnapte renner aan wie andere renners zich kunnen optrekken (ook: mikpunt). (Henk Tetteroo in Onze Taal. Jaargang 67. 1998)

springplank - Zelfstandignaamwoord 1. verende plank waar vanaf je je kunt afzetten om een sprong te maken ♢ Hij nam een aanloop, sprong op de springplank en maakte daarna zijn oefening op het turntoestel. 2. uitvalsbasis ♢ Het zomerhuisje diende als springplank...

springplank: mikpunt in de koers, ontsnapte renner(s) waar andere renners naartoe kunnen springen om er dan onmiddellijk voorbij te snellen. Ook motards of volgwagens worden wel eens als springplank gebruikt. In de klassieker Gent-Wevelgem van 2003 zorgden zowel de motards van de televisie als de 'neutrale' wagen van Shimano ervoor dat de Belg Nico...

(de; -en) fig. - positie, middel of persoon, bv. ontsnapte renner, die door een of meer andere renners als richtpunt wordt gebruikt om een achterliggend doel te bereiken, bv. eerst bijhalen en dan voorbijrijden, in een beslissende ontsnapping naar de dagzege. • De wielrenners moesten er goede resultaten behalen en aldus was het behalen van de titel...

(de; -en) 1 GY - verende plank waarop de gymnast(e) zich bij het springen afzet, syn. afzetplank, reutherplank: spreidsprong over de hoge bok na afzet van een reutherplank of springplank. 2 AL fig. - tussenstap, positie of middel waarvan men zich bedient om een bepaald doel te bereiken; Anton Geesinks judocarrière was een springplank naar zijn func...

veerkragtige plank vanwaar geduik word, duikplank.

...