Wat is de betekenis van sportwereld?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPORTWERELD

v., de wereld, de kringen waarin de sport wordt beoefend.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sportwereld

sportwereld - zelfstandig naamwoord uitspraak: sport-we-reld 1. kringen waarin sport wordt bedreven ♢ in de sportwereld is doping geen onbekend verschijnsel Zelfstandig naamwoord: sport-we-reld de sportwereld

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sportwêreld

almal wat in sport belang stel; sportgemeenskap.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sportwereld

v.; de sportbeoefenaars altegader.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sportwereld

v. gezamenlijke sportbeoefenaar.

2025-07-15
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)