Wat is de betekenis van spits (bn. en bw.)?

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

spits (bn. en bw.)

(-er, -t, meest -), 1. puntig, scherp uitlopend: een spitse toren; 2. (van personen) schraal, met scherpe trekken: die vrouw ziet wat —; 3. bits, vinnig: een — antwoord; 4. scherpzinnig: spitse opmerkingen.