Wat is de betekenis van souffleren?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

souffleren

souffleren - Werkwoord 1. (toneel) een toneelrol zachtjes voorzeggen 2. laten opkomen of zwellen (d.m.v. geklopt eiwit met veel lucht erin) (-> soufflé) Woordherkomst afgeleid van het Franse souffler (met het achtervoegsel -eren)

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Souffleren

[Fr. souffler = blazen, souffleren, van Lat. suf-flare = sub-flare = tegen iets blazen] 1. (theat.) toneelrol fluisterend voorzeggen; 2. (cul.) gerechten in de oven laten rijzen d.m.v. geklopt eiwit met veel lucht erin.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Souffleren

toneelrollen voorzeggen; laten rijzen door geklopt eiwit (kook.)

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Souffleren

influisteren; zachtjes rol voorzeggen.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOUFFLEREN

(souffleerde, heeft gesouffleerd), (<Fr.), (ton.) iem. zijn rol zachtjes voorzeggen ; — (oneig.) influisteren.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

souffleren

(in)blazen, influisteren, vóórzeggen o. h. toneel. souffleur, (Fr.) m. inblazer, rolvóórzegger op het toneel. souffre-douleur, (Fr.) m. zondenbok, wrijfpaal. souffreren, 1 lijden; dulden, toelaten; 2 zwavelen, aan zwaveldamp blootstellen; in gesmolten zwavel dopen. souhaiteren, wensen, begeren.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

souffleren

gesouffleerd (Fr. blazen; ton. voorzeggen, door den souffleur), (ou = oe).

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

souffleren

blazen, influisteren, rol voorzeggen op het toneel.