Wat is de betekenis van Softie?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

softie

watje. iemand die zich slap, sullig en soft gedraagt en opstelt, meestal niet veel moed toont en niet voor zichzelf opkomt; watje. Voorbeelden: "Op training haat ik hem, daarnaast kan ik hem niet missen, ben ik afhankelijk van hem. Ik deelde veel tegenslagen, maar ook veel geluk met Jean-Marie. Als ik vier dagen niets van hem ge...

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

softie

(zelfstandig naamwoord) [alg.] geitenwollensokkentype; [pej.] watje, zacht ei(tje), halfzachte, doetje - Geitenwollensokkentypes uit de zachte sector waren het mikpunt van spot. - Het korps mariniers is niets voor watjes.

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Softie

Softie - (Eng.), jeugdtaal voor ‘doetje; slappeling; veel te zachtaardig persoon’. → socio, watje. En nu word je ineens een ‘softie’. Rinus Ferdinandusse: De haren van de vos, 1983 De softies hebben zich gedistantieerd van de gewelddadigheid. Elsevier, 08-11-86 Wie zei daar dat CD’S voor ‘softies’ waren? Oor, 05-09-87 Dat ze een pleidooi houdt v...

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Softie

halfzacht persoon

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)