watje.
iemand die zich slap, sullig en soft gedraagt en opstelt, meestal niet veel moed toont en niet voor zichzelf opkomt; watje.
Voorbeelden:
"Op training haat ik hem, daarnaast kan ik hem niet missen, ben ik afhankelijk van hem. Ik deelde veel tegenslagen, maar ook veel geluk met Jean-Marie. Als ik vier dagen niets van hem gehoord heb, krijgt hij gegarandeerd een telefoontje: zeg, leef jij eigenlijk nog? Maar het omgekeerde is ook waar. We vullen elkaar perfect aan omdat Jean-Marie daarop inwerkt. Hij speelt de harde, omdat ik zo'n softie ben."
De Standaard, 1996
In plaats van af te straffen wie mij voor de voeten loopt, begin ik een gesprek. In plaats van in te pikken wat me wordt onthouden, betaal ik belasting. Ik ben een doetje, een softie, een loser. Nooit heb ik de moed op kunnen brengen om een heldhaftige probleemjongere te worden, een rebellerende thuisloze of een onbesuisde drugsdealer.
http://utopia.knoware.nl/users/propriac/archief/010225.html, 2001-2002
Mijn tante brak haar middenhandsbeentje toen een tienjarig kloothommeltje haar tasje ratste, en er zat niet eens iets van waarde in. Daarvan krijg ik, softie of niet, toch een beetje last van razernij.
Rotterdams Dagblad, 2003