Wat is de betekenis van soepkip?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

soepkip

eenjarige kip voor in de soep. kip van ongeveer een jaar oud die niet veel eieren meer legt, en daarom vooral geschikt is voor consumptie in de soep. Voorbeelden: Soepkippen hebben beperkte economische waarde. Er wordt daarom weinig zorg besteed aan het vangen, vervoeren en slachten. Een groot deel van de kippen komt met botbreuken o...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

soepkip

1) (2004) (jeugd) geen idee. • Tegen welk land moet het Nederlands elftal vanavond spelen? Soepkip, antwoordt Tim Damen (6), ofwel: geen idee. Wie is de beste voetballer van het Nederlands elftal? Soepkip, antwoordt ook Yamila Boukhalifa (5). Wat wordt het Nederlands elftal als het al zijn wedstrijden wint? Soepkip, antwoordt Noa Ullrich (5)....

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

soepkip

soepkip - Zelfstandignaamwoord 1. kip die alleen geschikt is om er soep van te koken 2. (pejoratief) (scheldwoord) dom persoon (meestal een vrouw) Woordherkomst samenstelling van soep en kip

2024-04-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

soepkip

dom persoon; lomperik; iemand die zich raar gedraagt. In deze betekenis reeds bij Laps. Meestal van toepassing op een vrouw. In Gent wordt soepkieken gebruikt voor ‘een onnozelaar’. Een kip is het zinnebeeld van domheid. Een soepkip is dan nog een graad erger, want dat dier eindigt uiteindelijk in de soep. Wellicht van oorsprong Amste...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SOEPKIP

v. (-pen), kip om soep van te koken.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

soepkip

v. soepkippen (kip, om soep van te koken): soepkippen en reebouten.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

soepkip

v. (-pen) kip om soep van te koken.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)