snipperen
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(snipperde, heeft gesnipperd), tot snippers snijden; snippers laten vallen van iets dat men fatsoeneert.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
(1981) (inf.) een snipperdag nemen (op het werk). Snipperdag dateert van ca. 1950. • Utrechtse ambtenaren mogen 5 mei snipperen. UTRECHT, woensdag. De ongeveer duizend ambtenaren bij de provincie Utrecht kunnen 5 mei gaan vieren. Dinsdag besloten Gedeputeerde Staten het gehele personeel op die dag vrij te geven zonder dat het daarvoor een snip...
Muiswerk Educatief (2017)
snipperen - regelmatig werkwoord uitspraak: snip-pe-ren 1. in kleine stukjes snijden ♢ je moet deze ui eerst snipperen en dan bakken 2. een vrije dag opnemen ♢ Berend hoeft niet te werken vandaa...
Marc de Coster (2017)
Snipperen - een dagje vrij hebben. Heeft Ruud snipperen, dan heb ik ook snipperen.- Nieuwe Revu 3.5.1990
Jozef Verschueren (1930)
('snippsrən) (snipperde, heeft gesnipperd) 1. tot snippers snijden. 2. snippers laten vallen. 3. in al te kleine delen scheiden.
J.H. van Dale (1898)
SNIPPEREN - (snipperde, heeft gesnipperd), tot snippers snijden; (ook) snippets laten vallen vau iets dat men fatsoeneert; — (fig-) in al te kleine deelen scheiden. SNIPPERING, v. het snipperen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: