Wat is de betekenis van sneeuwen?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sneeuwen

sneeuwen - zelfstandig naamwoord uitspraak: sneeu-wen 1. het vallen van sneeuw uit de lucht ♢ het heeft vannacht gesneeuwd Zelfstandig naamwoord: sneeu-wen het sneeuwt - ...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sneeuwen

v., snije, s n ij d e, s n ij d; sterk, stuivend —, (snie)jeije; met losse vlokken —, flokje; licht —, krôkje, krôksnije.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SNEEUWEN

I. (sneeuwde, heeft gesneeuwd), 1. in vlokken neervallen van sneeuw : het sneeuwt hard; het heeft deze winter niet gesneeuwd; 2. in grote menigte neerkomen: het sneeuwde bloempjes, bouquetten; 3. (van tabak) de as in kleine vlokjes laten vallen: deze .tabak heeft de eigenschap te sneeuwen. II. bn., 1. uit sneeuw bestaande, van sneeuw gemaakt:...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sneeuwen

I. sneeuwde, h. gesneeuwd (onp. w.w., fig. in grote hoeveelheid neerkomen); het sneeuwt, er valt sneeuw; het sneeuwt grote vlokken; fig. het sneeuwt grote ideeën, zij komen in overvloed; II. bn. (1 van sneeuw; 2 als van sneeuw): 1. een sneeuwen kleed dekt de poollanden; 2 de sneeuwen bloesems der jasmijn.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sneeuwen

('sne:wən) I. (sneeuwde, heeft gesneeuwd) 1. het neervallen van de sneeuw : het heeft hard gesneeuwd. → roos. 2. in grote menigte neerkomen : het sneeuwde bloempjes. 3. in grote menigte opkomen : het sneeuwde ideeën. II. bn. 1. van sneeuw : een kleed bedekt de velden. 2. als van sneeuw : de bloesems van de jasmijn.

2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Sneeuwen

Het begrip sneeuwen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. sneeuwen - SNEEUWEN - (het sneeuwde, heeft gesneeuwd),, in vlokken neervallen van sneeuw: het sneeuwt hard; het heeft dezen winter niet gesneeuwd; — (fig.) in groote menigte neerkomen: het sneeuwde bloempjes, bouquetten. 2. sneeuwen - SNEEUWEN - bn. van sneeuw: een sneeuwen kleed be...