sneer
(zelfstandig naamwoord) [alg.] schimpscheut, schamp - Zijn cabaretprogramma's zitten vol incorrecte schimpscheuten, harde grappen en beledigingen.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] schimpscheut, schamp - Zijn cabaretprogramma's zitten vol incorrecte schimpscheuten, harde grappen en beledigingen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Eng.; oorspr.: snort = snuivend geluid van verontwaardiging] hatelijke opmerking, spottende lach.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. grijnslachen, spotachtig lachen; spotten (met at); II. in: sneer down, door spot afmaken; III. spottende grijns(lach), sarcasme.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Eng.), m. (-en), honende, schampere opmerking : met een sneer aan mijn adres ging hij verder.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: