Wat is de betekenis van snebberen (snibberen, snabberen, snabbelen)?

2025-07-17
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

snebberen (snibberen, snabberen, snabbelen)

1. Praten, babbelen; keuvelen, kwebbelen; snateren, kletsen; ook: (iets) al kletsend vertellen, verklappen. Het koppel vóór hem waren luide aan ’t snebberen, STREUVELS, Minnehandel 1, 65 (1906). Mijn zuster, die zestien lentes telt, snebbert dat ze van haar vriendinnen heeft gehoord, dat in dezen tijd een meisje gemakkel...