Wat is de betekenis van Slop?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slop

slop - zelfstandig naamwoord 1. nauwe doorgang tussen huizen; smalle, armoedige steeg ♢ ze wonen in een slop achter de Kerkstraat 1. in het slop raken [vastgelopen zijn, op dood spoor geraakt] Zel...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

slop

(zn) steegje TM.

2024-04-26
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Slop

Of balkenslop, het gat in de zolderverdieping van een boerderij waardoor vroeger het hooi werd opgestoken naar de hooizolder. zie ook: boezem, liekspier.

2024-04-26
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Slop

Economische recessie. De economie uit het slop halen.

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slop

nou deurgang; agterbuurt(straatjie).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slop

s.n., gloppe, bline steech; (in eendenkooi), glûpe, húlke.

2024-04-26
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

slop

I. sentimenteel gewauwel; slops, vaat-, spoelwater, vuil water; spoelsel || flodderbroek, goedkope confectiekleding; II. (neer)plassen; kwakken; III. plassen; slop over, 1. overlopen, overstromen; 2. fig sentimenteel doen.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slop

I. SLOP o. (-pen), 1. nauwe doorgang tussen huizen of andere gebouwen ; smalle en armoedige steeg; thans inz. doodlopende armoedige steeg : het slop achter de Kaaistraat; 2. vaargeul door het ijs; 3. (Zuidn.) opening in een haag; 4. (Zuidn.) open plek in een bos; 5. (gew.) opening in de vloer v. e. hooizolder. II. SLOP v. (-pen), (ge...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slop

o. sloppen (straatje, armoedige steeg, dat, die doodloopt; vaargeul of nauwe doorgang in ‘t ijs).