slipper
...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. m. (-s), 1. windsel van touwwerk dat niet houdt, maar laat slippen; 2. een slipper(tje) maken, ongemerkt weggaan uit zijn werk, van huis; een snoepreisje maken. II. (<Eng. sleeper), m. (-s), dwarsligger. III. (Eng.), m. (-s), pantoffelslak of muiltje, een sinds ±1930 in onze kustwateren voorkomende waterslak (Crepid...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip slipper heeft 3 verschillende betekenissen: 1) schoeisel met open achterkant. schoeisel met een open achterkant en meestal ook een open voorkant dat vooral bij informele gelegenheden wordt gedragen, bijvoorbeeld bij mooi weer, op het strand of in huis. 2) uitglijder. gebeurtenis waarbij iemand uitglijdt, onderuitgaat of te...
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] slof, glipper - Het dragen van glippers in openbare zwembaden voorkomt zwemmersexczeem, mits die glippers na elk gebruik worden gewassen.
Muiswerk Educatief (2017)
slipper - zelfstandig naamwoord uitspraak: slip-per 1. schoen zonder hiel ♢ in de zomer draag ik altijd slippers Zelfstandig naamwoord: slip-per de slipper de slippers ...
Getty Research Institute (1990)
slipper - Pantoffels zonder hak of lage sleehakken zonder achterkant, met een bovenleer of voorstuk van zacht materiaal en vaak met een open teen.
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
(Crepïdula fornicdta). Behoort tot de hoofdafdeling weekdieren (Mollüsca), klasse slakken (Gastrópoda). Deze zeeslak leeft in een slofvormige schelp met een kleine beginwinding en een zeer grote laatste winding. Niet inheems in Europa, maar eind vorige eeuw met Amerikaanse oesters ingevoerd op Engelse oestergronden. Sedert 1...
J. van Donselaar (1936)
I.(de), een paar slippers. Geef mijn slipper eens aan, ik ga even naar de winkel . Etym.: Ziedeopm. onder schoen.-Samenst. badslipper, duimslipper. II. (de, -s), dwarsligger, biel. -Etym.: Van E sleeper. Ook gebr. o.m. door bootwerkers en in de houthandel (WNT 1936).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: