Wat is de betekenis van sjakes?

2024-04-29
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

sjakes

zachtjes, rustig, kalm, bedaard In 1702 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt het als sjaak en sjaakies en geeft als voorbeeldzin: ‘Houd je kalm, doe of je nergens van weet.’ Naar men aanneemt van...

2024-04-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

sjakes

(naar de hoofdpersoon Jakus uit de Vlaemsche klucht van Sinjoor Jakus Smul: hij moest zich verschuilen in een kast), alleen in de verbinding zich sjakes houden, zich koest houden, zich stil of van den domme houden: Je hebt wel opgemerkt, hoe hij zich in den wagen maar sjakes gehouden heeft: hij kan anders zijn mondje genoeg roeren, V. LENNEP2, 334....

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sjakes

in de zegsw. zich sjakes houden, zich koest, zich van den domme, onwetend houden (ontleend aan de Vlaemsche Klucht van Sinjoor Jakus Smul van W. van Bruyningen, waarin Jakus zich een tijd schuil moet houden).

2024-04-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

sjakes

(Hebr.) kalm, stil, niets latende merken.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sjakes

(Fr. Jacques): zich sjakes houden, a) van den domme, b) ook: koest, stil, achter de schermen, ontleend aan de „Vlaemsche Klucht van Sinjoor Jakus Smul”, waarin Jakus zich een tijd schuilhoudt.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sjakes

('sja:kəs) [Jacques, wsch. ontstaan naar aanleiding van een Vlaamse klucht, waarin Jakus zich een tijd schuil moet houden] alleen in de uitdrukking: zich houden, zich koest, gedekt houden.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SJAKES

SJAKES - zich sjakes houden, zich stil, zich van den domme, onwetend houden.