Wat is de betekenis van sits?

o. (-en), 1. met bonte, meestal kleine figuren op lichte grond bedrukt katoen, dat oorspr. in Indië gemaakt werd en daar nog veel gedingen wordt: gebloemd sits. 2. sitspapier.

Sits is een stof die meestal vervaardigd is van katoen of linnen. Dit katoenen of linnen doek werd geverfd, vaak geglansd, en afgewerkt met een effen of gedessineerd uiterlijk. Het werd onder andere toegepast als kledingstof of interieurtextiel, bijvoorbeeld als wandbespanning/behangsel. In de 17de eeuw werden deze bontgedecoreerde, handbeschilderd...

Met bonte, meestal kleine figuren op lichte grond bedrukt of gebeitst katoen, oorspronkelijk in Voor-Indië (Coromandelkust - het huidige India) gemaakt en in de 17e en 18e eeuw door zeelieden ingevoerd. Ooit in de mode, de vraag was groter dan de aanvoer door de V.O.C. uit de Oost. Vandaar dat er ook in Europa sitsdrukkerijen kwamen. Nu alleen nog...

sits [bont katoen]. Sits werd vroeger en juister chits geschreven, de eerste letter toch van het oorspronkelijke woord is de tja of tsja van de Hindoestaanse, Perzische, Javaanse en Maleise alfabetten, die in vele Europese talen door ch wordt vervangen. Daarom heet ook het sits in het Frans chite, in...

[zie chintz; sits vermoedelijk via Du. Zitz] gebloemd katoen, bont bedrukt katoen.

bedrukt katoen

sits - Textiel, meestal katoen of linnen, geverfd en meestal geglansd; tegenwoordig machinaal vervaardigd, effen of gedessineerd en voornamelijk toegepast als interieurtextiel en kledingstof; in de 17e eeuw bontgedecoreerde handbeschilderde of bedrukte stof uit India, die zeer populair was in Europa.

Uit Voor-Indië aangevoerde bont-bedrukte katoenen stoffen, door de Hindeloper zeelieden van de 17de en 18de eeuw voor hun vrouwen te Amsterdam gekocht, zie Hindeloopen (klederdracht). Zie: Vr. F. xLiii (1957), 120-129.

s.n., sits (it).