Wat is de betekenis van Sir?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sir

[Eng., verkorting van sire, z.a.] 1 (aanspreektitel) mijnheer; 2 (Sir) adellijke titel van knight en baronet (vóór voornaam, eventueel gevolgd door familienaam, niet voor deze laatste alleen).

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Sir

mijnheer (E)

2024-04-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

sir

[Eng. seur], meneer (aanspreektitel); ook de officiële titel van de lagere Engelse adel. Bij deze adellijke titel mag de voornaam vóór de familienaam nooit ontbreken, b.v. sir Winston Churchill.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Sir

afk. van: Wet Selectieve Investeringsregeling; → selectieve investeringsregeling.

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sir

Engelse adellike titel.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sir

heer, mijnheer; titel vóór doopnaam bij Engelse baronets en ridders.

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

sir

I. 1. heer; 2. mijnheer; 3. Sir onvertaald vóór de doopnaam van een baronet of knight; II. met mijnheer aanspreken, mijnheren.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sir

(Eng.), (-s), 1. mijnheer; vorm waarmee men iem. aanspreekt. 2. titel vóór de doopnaam van ridders en baronets.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sir

(Eng., van Fr.: sire, sieur, senior), Eng. titel van een baronet en knight, te plaatsen vóór de doopnaam en alleen daarmee samen gebezigd. In de practijk aanspreeknaam voor iedere „gentleman”.

Gerelateerde zoekopdrachten