Simeón
Van Hebreeuws sjema(ng) 'luisteren, verhoren'. In het Oude Testament komt hij voor als de naam van de tweede zoon van Jakob en Lea (Genesis 29, 33), ook van de stam die naar hem genoemd werd. In het Nieuwe Testament is de naam vooral bekend door Simeon, de vrome oude man die in de tempel het Christuskind als de redder begroette en zijn prachtige lo...