Wat is de betekenis van set?

2022
2023-03-20
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

set

(zelfstandig naamwoord) [alg.] stel, pakket; paartje - Op het uitje ga je flink zweten. Dus neem een stel schone kleren mee. [film] filmlocatie, opnameplaats; filmtoneel, draaiplek, speelvlak - Als filmlocatie werd de binnenstad van Brugge gekozen. - Voor de opname laat de cameraman het speelvlak uitlichten. [sport] reeks - Een aantal gewon...

Lees verder
2022
2023-03-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

set

(2000+) (< Eng.) (deejay's) draaitafel. • ‘Ik heb geen set.’ Ik neem aan dat dj’s eigen draaitafels hebben. En dat ze die dan sets noemen. En anders noemen we dat in Holland zo. Ik heb er in ieder geval geen. (Thomas Acda: Onderweg met roadie. 2015)

Lees verder
2020
2023-03-20
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Set

Zie Sets

2019
2023-03-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

set

set - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde) verzameling (ook: apparaten) 2. (sport) ronde in een wedstrijd 3. plaats waar filmopnamen gemaakt worden Verwante begrippen hoop, reeks, ris, rist, schare, school, serie, stel, stelletje, troep, vlucht, zwerm

Lees verder
2017
2023-03-20
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Set

Set - (Eng.) plaats waar de filmopnamen gebeuren. Meestal in een speciaal hiervoor geconstrueerd gebouw, dus geen natuurlijke omgeving.

2017
2023-03-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

set

set - zelfstandig naamwoord 1. stukje van een tenniswedstrijd ♢ deze set heeft hij verloren 2. stel voorwerpen die bij elkaar horen ♢ met deze set gereedschappen kun je alles repareren ...

Lees verder
2009
2023-03-20
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

set

(de; -s) - serie van (het volgens de golfregels toegestane aantal van 14) in lengte en soort verschillende, maar wel bij elkaar horende golfstokken die een speler voor de verschillende onderdelen van een rondje golf nodig heeft, bv. drie houten, zeven ijzers, twee wedges, een putter en een stok naar keuze, syn. golf set: afgestemde set, op maat gem...

Lees verder
2008
2023-03-20
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

set

(de; -s) KR - een serie reps, dat wil zeggen repetities, herhalingen van een oefening met gewichten.

2001
2023-03-20
Internet woordenboek

Ensie (2001)

SET

- Secure Electronic Transaction Beveiligingsprotocol voor financiële transacties via Internet, ontwikkeld door Mastercard en Visa. Bij SET betaalt de consument met een elektronische portemonnee waarbij het creditcardnummer van de koper via een unieke combinatie van een openbare en een persoonlijke sleutel wordt verzonden. De bank van de verkop...

Lees verder
1994
2023-03-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Set

1 set [Eng. = stel zaken of personen die bij elkaar behoren (als in wezen gelijk of elkaar aanvullend, waarsch. verbastering van sect = sekte] 1 (alg.) stel bijeenhorende zaken, bijv. schalen, boeken; garnituur; 2 (tennis) deel van een partij, bestaande uit (ten minste) 6 games. 2...

Lees verder
1993
2023-03-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Set

filmdecor; zelfstandig deel van een sportwedstrijd; stel van bijeenhorende zaken

1992
2023-03-20
Videofilmen: termen en begrippen

Emanuel Damsteeg (1992)

Set

Instellen.

1985
2023-03-20
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Set

Reeks Een eindig of oneindig aantal willekeurige objecten, entiteiten of begrippen, die een bepaalde eigenschap gemeen hebben.

1974
2023-03-20
ABC van de Tennissport

De Bie (1974)

Set

Een serie games.

1964
2023-03-20
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Set

v -> Sets (Fri.).

1963
2023-03-20
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

set

(de, -s), 1. groep van vier paren, gevormd om een setdans uit te voeren. Een set wordt gevormd door vier paren, het voorgeschreven aantal om de dansfiguren uit te voeren (Enc.Sur. 554). 2. kort voor setdans: z.a. Hiermee was de vierde set ten einde. Met een diepe buiging en een halve pirouette scheidden zich de paartjes (C. Ooft 5). - Etym.: Vgl....

Lees verder
1955
2023-03-20
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Set

partij bijeenbehorend goederen; aantal games bij tennis

1951
2023-03-20
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

set

I. 1. zetten, plaatsen, stellen, leggen; brengen; richten, schikken bezetten, afzetten, omboorden; opzetten [vlinders]; vatten, inzetten, planten, poten; gelijkzetten [klok]; klaarzetten; op elkaar klemmen [tanden, lippen]; vaststellen, bepalen; opgeven [vraagstuk, werk]; uitzetten [wacht, netten]; bijzetten [een zeil]; aanzetten [scheermes]; aange...

Lees verder
1950
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Set

(Eng.) v. (-s), zelfstandig deel van een tennispartij, 50 punten.

1949
2023-03-20
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Sĕt

= sed, z. a.