Wat is de betekenis van Séjour?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

séjour

(19e eeuw) (< Fr.) (circus en ton.) daggeld; vergoeding van verblijfkosten. Tevoren betekende het enkel: verblijf. • Wat er aan decors en meubilair in het Kleine Theater tekort kwam moest, in de aristocratische milieux van Fransche comedies of Engelsche society-plays, door de modieuse en luxueuse toiletten der actrices gedekt, en niemand vr...

2024-04-29
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Séjour

Séjour - bedrag dat men in het circus naast de gage ook uitbetaalt voor de verblijfkosten.

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Séjour

[Fr.] 1 verblijf; 2 verblijfskostenvergoeding, daggeld.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Séjour

vergoeding van de verblijfkosten; verblijf

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Séjour

o., verblijf; oponthoud; verblijfplaats

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

séjour

o. (Fr. verblijf, oponthoud).

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

séjour

séjour - o., verblijf; oponthoud;verblijfplaats.

2024-04-29
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Sejour

verblijf.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Séjour

vr. Fr., verblijf(plaats).