Wat is de betekenis van SCHUTTERIG?

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schutterig

bn. bw. (-er, -st), onhandig of onbeholpen in zijn bewegingen, inz. door verlegenheid: een schutterig heertje : — op onhandige, gegeneerde wijze : schutterig buigen', Jan deed zo schutterig.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schutterig

bn., bw. (inz. door verlegenheid onbeholpen, onhandig, zenuwachtig): de schutterige heer Bruins; het vogeltje vloog schutterig heen en weer.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schutterig

('schuttərəch) bn. en bw. (-er, -st) onhandig, onbeholpen : wat is die jongen verlegen en -! een beweginkje; hij boog, een beetje -.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schutterig

bn. en bw. (-er, -st), onhandig of onbeholpen in zijn bewegingen, stuntelig.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SCHUTTERIG

SCHUTTERIG - bn. bw. (-er, -st), (van personen) beweeglijk, druk, zich telkens heen en weder wendend : een schutterig heertje ; schutterig buigen; Jan deed heel schutterig, zenuwachtig druk; SCHUTTERIGHEID, v. onhandigheid.

2024-04-26
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)