Wat is de betekenis van Schuifelen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

schuifelen

(1979) (jeugd) innig tegen elkaar aan dansen. Syn.: frotten*; plakken*; scharrebakken*; slijpen*; soften*; tegelwringen*; zwemmen*. Zie ook: schuifelplaat*. • 'Ik heb zin om te schuifelen,' zei Ringma, 'hou je van muziek, smeris?' (Janwillem van de Wetering: Het lijk in de Haarlemmerhouttuinen. 1979) • schuifelen - innig dansen. Amsterda...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schuifelen

schuifelen - regelmatig werkwoord uitspraak: schui-fe-len 1. met kleine passen lopen, terwijl je je voeten bijna niet optilt ♢ na afloop schuifelden we naar de uitgang 2. langzaam dansen, dicht tegen je partner aan ...

2024-04-26
Jargon & Slang van Muzikanten

Marc De Coster (2017)

Schuifelen

Schuifelen - slijpen.

2024-04-26
Popmuziek Encyclopedie

Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)

Schuifelen

Intiem dansen. Ook wel slijpen genoemd.

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Schuifelen

Schuifelen - jeugdtaal voor ‘innig tegen elkaar aan dansen’. Sinds de tweede helft van de jaren zeventig. → slijpen. Heldere, bijna zuivere popmuziek in een zwoele galop. De soort zwoelheid die je vroeger nog wel eens kon bewegen te gaan ‘schuifelen’. Vinyl, oktober 1985 Op drie kwart van de nummers is het gevoelig schuifelen geblazen... Muziek Ex...

2024-04-26
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

schuifelen

In Vlaanderen komt volgens Mullebrouck (1984) de verwensing voor ga, schuifelt de mussen! De letterlijke betekenis van schuifelen is ‘fluiten’. De emotionele betekenis van de verwensing duidt op afkeer en ergernis en kan weergegeven worden met ‘scheer je weg en ga elders onzinnig werk doen’.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schuifelen

I. schuifelde, h., i. geschuifeld (1 zich licht schuivend of als schuivend voortbewegen; 2 herhaalde lichte schuivende bewegingen maken): 1 het schuifelen der winkelende dames; een slang horen schuifelen; 2 met zijn vinger over de tafel schuifelen om lucifers te vinden. II. schuifelde, h. geschuifeld (Fr. siffler: fluiten): schuifelen en zingen; i...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schuifelen

(schuifələn) (schuifelde, heeft geschuifeld) [Frekw. van schuiven] 1. zich (als) schuivend voortbewegen : hij hoorde de mensen over het trottoir; hij had een slang horen -! -de bladeren. 2. schuivende bewegingen maken : met zijn vingers over de tafel -; over de mouw -.