Schudding
v. (-en), 1. het schudden; 2. het geschud worden ; — beving; trilling; 3. (Zuidn.) afranseling ; — hevig standje.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-en), 1. het schudden; 2. het geschud worden ; — beving; trilling; 3. (Zuidn.) afranseling ; — hevig standje.
Walter De Clerck (1981)
Pak slaag, afranseling; vand. ook: geducht standje, uitbrander; vooral in de verb. iem. een (flinke, goei) schudding geven. - Zie ook de dialectwdb., o.a. c., R. en T.B. Hij is woedend, sleurt de jongen met een ruk overeind en wil hem een flinke schudding geven, OP DE BEECK 1947, 149. Stans gaf heur kind een schudding en de kleine begon br...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. schuddingen (de handeling v. schudden; het geschud worden, trilling; Z.-N. uitbrander).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-en), 1. het schudden; 2. het geschud-worden; beving, trilling; 3. (gew.) pak slaag, afranseling; hevig standje.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: